Inleiding
ViZi staat voor: Verleden in Zicht. Bouwhistorisch onderzoek brengt het verleden van een gebouw in zicht. Soms letterlijk, bijvoorbeeld door het wegbikken van een pleisterlaag waar een dichtgemetselde muuropening achter vandaan komt. Het afscheppen van een zandige vloerophoging kan een tegelplint zichtbaar maken. De onderkant daarvan geeft dan weer aan hoe hoog de oudste vloer heeft gelegen. We kwamen zo’n plint tegen tijdens ons onderzoek van een huis in Gouda uit 1690.
Tegelplint Keizerstraat 104, Gouda
Om beter te kunnen zien hoe die tegeltjes onderaan een binnenmuur geplaatst werden hoeven we maar een blik te werpen op een van de beroemdste schilderijen uit ongeveer diezelfde tijd.
Johannes Vermeer, Melkmeisje, omstreeks 1665
Collectie Rijksmuseum, Amsterdam
Oude gebouwen liegen nooit, maar ze geven soms wel verdraaid lastige raadsels op. Dan is het nodig het archief te bezoeken en te proberen via oude documenten, kaarten of afbeeldingen de ontbrekende stukjes van de legpuzzel erbij te vinden. Maar...niet alles op papier is bewaard gebleven. Bovendien is niet iedere afbeelding meteen te gebruiken of betrouwbaar. Lang voor de uitvinding van photoshop probeerden kunstenaars al de werkelijkheid naar hun hand te zetten. Ze waren niet allemaal zo betrouwbaar als Nicolaas Cruquius. Het blijft dus uitkijken geblazen met papieren bewijs.
Nicolaas Cruquius, Kaart van Delfland 1712
ter hoogte van Pijnacker (uitsnede)
Collectie HHR Delfland
Een derde mogelijkheid om dingen te weten te komen is archeologisch onderzoek. Sommige oude gebouwen staan op de resten van nóg oudere voorgangers, die vertellen ook een deel van het verhaal.
De vloer van de Goudse Barbarakapel,
tijdens ons onderzoek in 2003
opgegraven door de werkgroep Golda.
Uiteindelijk werpen al die gegevens – na getoetst te zijn op hun betrouwbaarheid en met elkaar in verband te zijn gebracht – een soms verrassend nieuw licht op de ontwikkeling van een gebouw, stadsdeel of landschap.